LIED VAN ZAZEN (Hakuin Zenji 1685-1769)
Alle wezens zijn van nature Boeddha,
zoals ijs van nature water is.
Zonder water is er geen ijs;
Zonder wezens geen Boeddha.
Hoe triest dat mensen niet zien
Hoe nabij het is en het
Buiten zichzelf zoeken.
Zoals iemand die omringd met water
Het uitschreeuwt van dorst;
zoals een kind uit een welgestelde familie
rondzwerft als een bedelaar.
Verloren op de donkere paden
van onwetendheid
zwerven wij door de zes werelden;
van duisternis naar duisternis -
Wanneer zullen wij vrij zijn
van geboorte en dood?
Oh, zazen van het Mahayana –
Zij verdient de hoogste lof!
Toewijding, berouw, beoefening,
de vele volkomenheden -
zij alle wortelen in zazen.
Wie zazen slechts één keer doet,
wist alle kwade karma uit.
Waar blijven al die slechte paden dan?
Het Zuivere Land zelf is hier.
Wie de Dharma ook maar éénmaal hoort
en er naar luistert met een dankbaar hart,
wie de Dharma koestert en vereert,
onvtvangt zegeningen zonder einde.
Meer beter nog: keer naar binnen
en ontdek je ware aard,
je ware zelf dat geen-zelf is,
en je stijgt ver boven woorden uit.
Dan zijn oorzaak en gevolg hetzelfde;
de Weg betreft noch twee noch drie.
Verblijf in de vorm die geen vorm is
En je bent altijd thuis, of je nu gaat of komt.
Wanneer je denken als niet-denken neemt
Zul je zingen en dansen
Op de muziek van de Dharma.
Hoe grenzeloos vrij is
de hemel van samadhi.
Hoe helder de volle maan van wijsheid!
Waarlijk, is er iets dat ons nu ontbreekt?
Nirvana is hier, recht voor onze ogen;
deze plek is het Lotusparadijs;
dit lichaam de Boeddha.
- dick verstegen
- Algemeen
- woensdag 13 mei 2020
- Abonneer via e-mail
Reactie
Er is nog geen reactie geplaatst.
Voeg reactie toe
Er zijn nog geen antwoorden op dit bericht.
Wees een van de eersten om op dit bericht te reageren!
Wees een van de eersten om op dit bericht te reageren!